De familienaam Boelens

Oorsprong en spreiding van onze naam

 

Onze achternaam is afgeleid van een patroniem. Dit is een tweede naam die ontstaat door het toevoegen van de voornaam van je vader aan je eigen voornaam, gevolgd door de genitief-s. Bij voorbeeld Jan is een zoon van Pieter en noemt zich Jan Pieters. Jan Pieters krijgt een dochter Liesbeth, zij noemt zich dan Liesbeth Jans(en). Boele (ook: Bole) is een voornaam die van oudsher in Groningen, Friesland en Drenthe beduidend meer voorkomt dan in de rest van Nederland. Als Jan dus de zoon is van Boele noemt hij zich Jan Boele(n)s. De ‘n’ kan erbij gekomen zijn om de laatste lettergreep meer kracht te geven. Als hij er niet zou zijn, zou de naam Boeles al gauw verbasterd worden tot Boels: probeer dit maar eens uit door het woord Boeles een paar keer snel achter elkaar uit te spreken. Deze verbasteringen van het patroniem hebben overigens ook de familienamen Boeles, Boels e.d. opgeleverd.

De woordstam ‘boel’ is verwant aan ‘bald’ en ‘bold’. We zien dit ook bij onze familie als de naam Boele verlatiniseerd wordt tot Boldewinus of Balduinus. ‘Bald’ en ‘bold’ betekenen dapper, kloek in het ondernemen, onbeschroomd. Het woord ‘Boele’ kan ook naaste verwant betekenen, volle- of halve broeder, zwager.

Het werkwoord ‘boeleren’ betekent ‘buitenechtelijke gemeenschap hebben’. Een boeler of een boeleerder is een vrijer, een minnaar. Mijn oom Martien Boelens kende deze betekenis van het werkwoord ‘boeleren’ en hij haalde die nogal eens in de familiekring aan, met de opmerking erbij dat de Boelensen dus vroeger hoerenlopers waren geweest. Dit werd hem niet  in dank afgenomen.

Aan namen heeft dit o.a. opgeleverd: Boel ‑ Boele, Boelee, Boelema, Boelen, Boelens, Boeles, Boelig, Boelings, Boelken, Boelkens, Boelma, Boelman, Boelmans, Boels, Boelsen, Boelsma, Boelsman, Boelsz, Boeltjens, Boeltjes, Bullinga, Bullynck Uitgaande van Boele/Bulle, met de toevoeging van een uitgang: ‑ma, ‑n(s), ‑s, ‑ings, sen, ‑sma(n), ‑inga, ynck, ig, ‑man(s), ‑sz, krijg je o.a. deze genoemde namen.

Tot aan het begin van de 19e eeuw was in veel families in Nederland het gebruik van een vaste achternaam geen gewoonte. Vaak had men geen achternaam en bleef men steeds maar doorgaan met het systeem van de patroniemen, zoals hierboven beschreven. Er waren ook families die wel al een eigen achternaam hadden, maar hem maar af en toe gebruikten. Deze mensen kom je in de archieven soms met familienaam, soms alleen maar met patroniem tegen. Men kan zich voorstellen, dat dit de oorzaak was van veel misverstanden.

Toen Nederland bestuurd werd vanuit Parijs (de Franse tijd), stelde keizer Napoleon in 1811 voor het hele land een administratie van de burgerlijke stand verplicht. In sommige gebieden in het zuiden van ons land gebeurde dat al veel vroeger, bij voorbeeld in Limburg (1796) en in delen van Zeeland (1798). Tevens was vanaf 1811 iedereen verplicht steeds een vaste familienaam te gebruiken en de mensen die nog geen familienaam hadden, moesten er één aannemen en die officieel bij de gemeente laten registreren. Families die tot dan toe zich steeds van patroniemen bedienden, namen vaak het laatste patroniem aan als familienaam. Dus een Jan, zoon van Pieter, die in 1811 zich Jan Pieters noemde, liet het ‘Pieters’ registreren als familienaam en voortaan zou zijn hele nageslacht Pieters heten, het patroniem wordt familienaam. Maar men kon ook iets anders als uitgangspunt nemen voor de keuze van de achternaam, b.v. het beroep dat men had: kuiper, bakker, (de) boer, schoenmaker; of de plaats waar  men woonde: van Bokhoven, van Dinther, van Leeuwarden; of men koos een fantasienaam van b.v. van een dier: vogel, de leeuw, de hond, dit kon ook de naam zijn van het huis waarin men woonde of de herberg die men dreef. Sommige mensen dachten dat dit hele idee een kort leven beschoren zou zijn en dat het wel zou overwaaien. Ze staken er de draak mee en kozen voor namen als Naaktgeboren en Spring in ’t Veld e.d., niet wetende dat ze er vervolgens aan vast zouden zitten.

Vóór 1811 zie je in Groningen het verschijnsel, dat, als men in de Stad optreedt, de familienaam gebruikt wordt, als men die heeft, maar op het platteland zelden of nooit, daar beperkt men zich meestal tot het patroniem. Voor genealogen is dit een extra belemmering natuurlijk. In Noord-Brabant was het gebruik van achternamen vóór 1811 veel gangbaarder.

Het komt ook voor, dat patroniemen al veel vroeger dan in 1811 familienamen geworden zijn. Dit soort familienamen noemt men versteende patroniemen. Dit is met onze achternaam duidelijk het geval. Ontstaan dus uit een patroniem, was hij al in het begin van de 17e eeuw een familienaam, die alleen niet altijd gebruikt werd. Voorvader Luirt Julles (r. 1580-1663) komt een paar keer voor als Luirt Boelens terwijl zijn vader toch Julle heette. Hij had een zuster, die zich altijd Grietje Boelens noemde. Een van onze andere voorvaders: Jacob Ariens (r.1686 - r. 1730) wordt na zijn dood in een akte in de stad Groningen Jacobus Boelens genoemd, terwijl zijn vader Arian heette. In de 17e eeuw leefde er een Julle Eisses Boelens, wiens vader Eisse Julles heette. Zo zouden we nog wel meer voorbeelden kunnen noemen, waaruit duidelijk wordt dat in onze familie de naam Boelens al een oude bestaande familienaam was.

De familienaam Boelens is een betrekkelijk weinig voorkomende naam in Nederland. Van de 472.695 familienamen die bij de volkstelling van 31 mei 1947 geregistreerd werden, waren er 1312 personen met de familienaam Boelens, d.w.z. 0.28 %. Rekenen we de 733 personen mee die de familienaam zonder s dragen - dus Boelen - dan komen we op een totaal van 0.43 % van alle Nederlanders die de familienaam Boelen(s) dragen.

Van de 1312 naamdragers Boelens woonden 794 of 60.5 % in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe, waarvan 190 in de provincie Groningen, 230 in de provincie Friesland en 374 in de provincie Drenthe. Van de naamdragers Boelens woonden er 182, dit is 14 %, in de provincie Noord-Brabant, met de opmerking erbij dat deze provincie in 1947 net zoveel inwoners had als Groningen, Friesland en Drenthe samen. De overige 336 Boelensen woonden verspreid over heel Nederland. De wortels van onze familie liggen in Groningen. Vreemd genoeg hebben wij geen verwantschappen gevonden met de grote families Boelens in de buurprovincies Friesland en Drenthe. Het lijkt daar toch echt om andere Boelensen te gaan. De naam Boelens vinden we ook terug in het dorpje Boelenslaan (gem. Achtkarspelen) in Friesland, op de grens met Groningen. Deze naam heeft te maken met Friese adellijke familie Van Boelens, die daar bezittingen had.[1]

 

v.l.n.r. Joop Boelens, Otto Nienhuis en Jos Bressers tijdens een werkbijeenkomst


 

 


 

[1] Met dank aan Fred Boelens te Groningen